Title: Een acht en twintigtal voorwerpen uit de natuurlijke geschiedenis, geschikt voor rederijkers- & nutsvoordrachten,
Author: Gerlacus Ribbius
Release date: April 29, 2010 [eBook #32180]
Most recently updated: January 6, 2021
Language: Dutch
Credits: Produced by the Online Distributed Proofreading Team at
https://www.pgdp.net
De tekst in dit bestand wordt weergegeven in de originele, verouderde spelling. Er is geen poging gedaan de tekst te moderniseren.
Afgebroken woorden aan het einde van de regel zijn stilzwijgend hersteld.
De woorden in de tekst, die in de aantekeningen verklaard worden, zijn voorzien van een link naar de desbetreffende verklaring.
Overduidelijke druk- en spelfouten in het origineel zijn gecorrigeerd; deze zijn voorzien van een
dunne rode stippellijn,
waarbij de Brontekst via een zwevende pop-up beschikbaar is.
Variaties in spelling (bv. y/ij) en aanhalingstekens zijn behouden.
Een overzicht van de aangebrachte correcties is te vinden aan het eind van dit bestand.
IN DEN TRANT VAN DE
GEDICHTEN VAN DEN SCHOOLMEESTER,
MET EEN AANBEVELEND WOORD VAN WIJLEN
MR. J. VAN LENNEP,
DOOR
G. RIBBIUS,
Geneesheer te Buren.
Tweede vermeerderde Uitgaaf.
Culemborg,
BLOM & OLIVIERSE.
Bladz. | |
De Uil. (Strix flammea) | 13 |
De Eend. (Anas boschas) | 16 |
De Gans. (Anas anser) | 19 |
De Huismusch. (Fringilla domestica) | 22 |
De Mol. (Talpa Europaea) | 27 |
De Elft. (Clupea alosa) | 31 |
De Vink. (Fringilla coelebs) | 34 |
De Spreeuw. (Sturnus vulgaris) | 38 |
De Bloedzuiger. (Hirudo medicinalis) | 44 |
De Duif. (Columba livia) | 47 |
De Ezel. (Equus asinus) | 52 |
De Snoek. (Esox lucius) | 55 |
De Aap. (Simia Silvanus) | 61 |
De Kikvorsch. (Rana esculenta) | 63 |
De Muis. (Mus musculus) | 68 |
De Spin. (Aranea domestica) | 72 |
De Kat. (Felis domestica) | 76 |
De Koe. (Vacca of Bos taurus) | 80 |
Het Varken. (Sus Scrofa domesticus) | 83 |
Het Paard. (Equus caballus) | 86 |
De Ooijevaar. (Ciconia alba) | 90 |
De Haas. (Lepus timidus) | 93 |
De Hond. (Canis familiaris) | 96 |
De Geit. (Capra hircus) | 98 |
De Kwartel. (Tetrao coturnix) | 101 |
De Haan. (mas.) (Gallus domesticus) | 104 |
De Hen. (femina.) (Gallus domesticus) | 107 |
Het Schaap. (Ovis aries.) | 109 |
Aanbevelend woord van wijlen Mr. J. van Lennep.
AMSTERDAM, 13 November, '66.
WelEd.ZeerGel. Heer!
Ik ben u zeer dankbaar voor de toezending van uw bundeltje, waarin, voor zooverre ik bij het doorbladeren daarvan er over kon oordeelen, de manier van mijn overleden vriend van de Linde zeer gelukkig is nagevolgd. Ik ben dan ook volkomen bereid er een aanbeveling van te schrijven voor de Amsterd. Courant. Doch ten einde de Redacteur die opneme, zal het zaak zijn, dat uw uitgever mij een exemplaar voor hem doe geworden.
Ook de uiterlijke vorm van het boekje is zeer bevallig, en ik twijfel niet of het zal aan velen welkom zijn.
Onder verzekering mijner hoogachting heb ik de eer mij te noemen,
In de Amst. Courant van 28 November '66 vindt men nu het navolgende:
Het welkom onthaal, dat de gedichten van den „Schoolmeester” bij onze landgenooten hadden ondervonden, wekte, als 't gewoonlijk gaat bij velen den lust op om zijn dichttrant na te volgen. Bij de meesten dier navolgers faalde het echter aan drie vereischten, die in zoo ruime mate bij hun voorganger werden aangetroffen, Dichterlijk gevoel, echte humor en meesterschap over de taal.
Een gunstiger oordeel dan over de meeste voortbrengselen van dien aard, mogen wij vellen over het onlangs verschenen, Iets uit de natuurlijke geschiedenis door G. Ribbius, geneesheer te Buren, een boeksken, dat zich niet alleen door den bevalligen vorm onderscheidt, maar ook door alleraardigste gedichtjes, vol geestige invallen, en waaronder er zijn die de „Schoolmeester” zich niet zou geschaamd hebben te onderteekenen. Aan hun dan die een vrolijk uurtje willen doorbrengen, of die aan een kennis een goedkoop en toch zeker niet onwelkom geschenk willen aanbieden, meenen wij dit bundeltje gerust te mogen aanbevelen.
Homerisch gelach. Het is een uitdrukking ontleend aan Homerus Iliad I vers 599.
ἄσβεστος δ' άῤ ενῶρτο γέλως μακάρεσσι θεοῖσιν
D. I. Een onophoudelijk gelach ontstond er bij de gelukkige Goden.
Fatum. Fatum noemt men de onvermijdelijke noodzakelijkheid van gebeurtenissen en omstandigheden.
De gustibus non disputandum est. Over de smaak valt niet te twisten, of plat uitgedrukt: „Ieder zijn meug”.
Ganzenvoeten. Ganzenvoet (pes anserinus) heet men de onderlinge verbinding van acht tot tien zenuwtakjes, die hun oorsprong ontleenen aan het zevende hersen-zenuwpaar (nervus facialis) aangezigt zenuw. Hij wordt digt nabij het oor in het aangezigt gevonden.
Doodgraver. De doodgraver (sijlpha vespillo) behoort onder de schildvleugelige insecten. Op de dekschilden vindt men twee oranje gekleurde streepen. Dit insect heeft zijn naam ontleend aan de eigenschap, dat het doode dieren bv. mollen, kikvorschen onder den grond begraaft.
Hollereselem etc. De vinken hebben op verschillende plaatsen een verschillenden slag. De vogelaars onderscheiden hen in dit opzigt, en berekenen daaruit de waarde. De benamingen van Hollereselem etc. hier gebezigd, zijn mij medegedeeld door wijlen J. P. van der Veer, vogelaar te Culemborg.
Gepsen en boksen. Uitdrukkingen die hier gebruikt worden bij het volk, om een inspanning bij de beweging, een loopen op een draf te kennen te geven.
Midas. Midas, koning van Phrijgie had een wedstrijd in de toonkunst tusschen Apollo en Pan geopend, en kende ten onregte aan Pan de overwinning toe. Om nu Midas te straffen gaf Apollo hem ezelsooren.
Darwin. Charles Robert Darwin werd op 12 Febr. 1809 te Shrewsburij geboren. Hij is een zeer beroemd natuurkundige van den tegenwoordigen tijd, door wien men in de gelegenheid wordt gesteld een dieperen blik in de organische natuur te werpen. Zijne werken die ook bij vele anderen aanleiding hebben gegeven tot veel strijd en tegenkanting, zijn of worden in alle beschaafde talen overgezet. Hij heeft aan de wetenschap eene rigting gegeven, die nog een uitgestrekt veld van onderzoek kan opleveren. Behalve eenige andere geschriften, schreef deze vlijtige natuurvorscher de navolgende werken. On the origin of species bij means of natural selection or the preservation of favoured races in the struggle for life.—The variation of animals and plants under domestication.—The descent of man.—The expression of the emotions in man and animals.
Dr. Galvani. Aloisius Galvani, professor in de ontleedkunde te Bologna in Noordelijk Italië was in 1789 bezig met het ontleden van kikvorschen. Hij had eenige van deze dieren met de achterpooten aan koperen haakjes, die aan een ijzer hekwerk verbonden waren, opgehangen. Toen nu toevallig de pooten, die van de huid beroofd waren in aanraking kwamen met het ijzer, terwijl de zenuwtakjes in contact stonden met de koperen haakjes, ontstonden er hevige trekkingen in de pooten. Galvaniv meende in deze verschijnselen een nieuw beginsel werkzaam te zien, en werd alzoo de schepper van die tak der natuurkunde, die men ter eere van hem met den naam van Galvanismus heeft bestempeld.
Sub divo. Sub divo, dat is, in de open lucht.
Hoos epha. Hoos epha (ὡς ἔφα) wil zeggen, zoo sprak hij, een uitdrukking die een onzelfstandige denker of spreker dikwerf bezigt als hij zich op de meening van een ander beroept. De ouden gebruiken daarvoor ook wel het jurare in verba magistri, zweren bij 's meesters woorden.
Batrachomuomachia. Batrachomuomachia of Muizen- en Kikvorschen krijg is een komisch heldendicht, waarin deze dieren, evenals de Grieksche en Trojaansche helden, met elkander vechten en krijgsdaden verrigten.
De Orion. De Orion is een prachtig sterrenbeeld aan den zuidelijken hemel. Het was reeds ten tijde van Job en Homerus bekend. De bijzondere bijnamen, die de Latijnsche dichters aan den Orion gaven, als imbrifer (regenbrenger), aquosus (de waterige), nimbosus (de bewolkte), hebben hun oorsprong ontleend aan het geloof, dat er stormen en regen volgden als dit sterrenbeeld zoodanig een standplaats innam, waarbij het de zon bij den opgang voorafging.—Homerus ging nog verder door Orion als de bewerker van koorts te beschuldigen. Iliad XXII regel 31 zegt hij, καί τε φέρει πολλὸν πυρετὸν δειλοῖσι βροτοῖσιν. d.i.: En hij brengt veel koorts aan de ongelukkige stervelingen. Meer bezielend zijn daarom de woorden van Nieuwland in zijn gedicht Orion; als hij zegt,
Alta Voce, luidkeels, met een ferme stem.
Apis. Behalve koeijen, katten, honden, krokodillen, de ibis en de sperwer, die als heilige dieren bij de Egyptenaren een goddelijke eer genoten, werd ook de stier Apis bij hun bijzonder vereerd. In een prachtig gebouw werd de heilige Apis bij den tempel te Ptah in Memphis onderhouden. Dit dier was het zinnebeeld der zon in hare voortbrengende kracht. Als het stierf, treurde het gansche land, zoolang totdat de priesters een nieuwen stier hadden gevonden, die de bepaalde kenteekenen moest bezitten, namelijk zwart van kleur met een witte vlek aan den kop, met tweederlei haar aan den staart, terwijl onder de tong zoodanig een product aanwezig moest zijn, hetwelk den vorm van een heilige kever voorstelde.
Minotaurus. De Minotaurus was een monster, gedeeltelijk mensch, gedeeltelijk stier, dat zijn verblijf had in het doolhof op het eiland Creta. Koning Minos had nadat hij de Atheners had overwonnen hun de straf opgelegd, dat jaarlijks zeven jongelingen en even zoovele meisjes aan den Minotaurus ten offer moesten gebragt worden. Het gedrocht werd later door Theseus gedood.
Trichinen. De Trichine (Trichina spinalis) is een kleine worm, ter lengte van 0,8–1 millim. die in een citroenvormige kalkschaal van ongeveer 0,5 millim. wordt ingesloten. Zij is van voren spits, van achteren stomp, en wordt bij den mensch, die aan de Trichinenziekte lijdende is in het bindweefsel tusschen de spierbundels gevonden. In een spier kunnen millioenen voorkomen. De taaiheid van het leven dezer dieren is bijzonder groot. Zij kunnen den dood bij den mensch teweegbrengen. Zij komen door Trichinenhoudend varkensvleesch, als dit raauw of niet goed gekookt, gebruikt wordt in het ligchaam van den mensch, en nemen dan spoedig de bovengenoemde gedaante aan.
Porta. Joh. Baptista Porta was een napolitaan, die in de 16de eeuw leefde. Hij schreef een werk over de physiognomie bij den mensch, dat voor dien tijd, nog heden als een merkwaardig boek kan beschouwd worden.
Cerberus. De Grieksche mythologie noemt Cerberus een hond met 3 koppen, die in het verblijf der schimmen, alwaar Pluto de heerschappij voerde de wacht hield.—Volgens Heriodus vleide hij hen die het schimmenrijk binnen gingen, doch verscheurden allen die weg wilden gaan.
Tempora mutantur et nos mutamur in ipsis. Dat is: De tijden veranderen, en wij veranderen tevens.
Frans Langelaar. Wijlen een Burenaar, zeer ervaren om kwartels te vangen, en die ook kwartelbeentjes kon fabriceren.
Carus. Carus, professor te Leipzig, die door het uitgeven van zijn werk Sijmbolik der menschlichen Gestalt aan de anthropologische wetenschap groote diensten heeft bewezen.
De volgende correcties zijn aangebracht in de tekst:
Plaats | Bron | Correctie |
---|---|---|
Blz. 16 | Tatum | Fatum |
Blz. 22 | mêedeelen | meêdelen |
Blz. 23 | broodkruimmeltjes | broodkruimeltjes |
Blz. 24 | nêer | neêr |
Blz. 28 | gestolt | gestold |
Blz. 28 | hnn | hun |
Blz. 38 | epittehon | epitheton |
Blz. 38 | blaauw- groene | blaauw-groene |
Blz. 41 | maag en | maagen |
Blz. 56 | mêe | meê |
Blz. 78 | wêer | weêr |
Blz. 78 | [Niet in Bron.] | ” |
Blz. II | strugle for live | struggle for life |
Blz. IV | Thescus | Theseus |